Tekst Pieter Teekens
Foto Wim van Beek
Al sinds de opmars van de smartphone houden diverse partijen binnen het Rijk zich bezig met de bouw en distributie van apps. SSC-ICT, SSC-I, DICTU en ook de Belastingdienst leverden los van elkaar mobiele oplossingen voor hun ‘eigen’ verzorgingsgebied. De laatste jaren werken de verschillende spelers steeds meer samen, waarbij elke organisatie zijn eigen specialisme heeft doorontwikkeld. Marco Janssen en Martin Krouwer van SSC-ICT vervullen in dit speelveld een belangrijke rol in de rijksbrede appdistributie.
‘Die samenwerking tussen de ICT-organisaties onderling is gewoon goed,’ vertelt Marco. ‘We hebben echt het gevoel dat we met die partijen verder komen. En het mooie is dat we door de combinatie van onze verzorgingsgebieden een heel groot bereik hebben. Als een organisatie een nieuwe app voor de Rijksoverheid wil ontwikkelen kunnen wij vanuit onze kennis en ervaring advies geven, omdat we dankzij ons netwerk de juiste mensen met elkaar in contact kunnen brengen.’
RijksAppStore
Die samenwerking is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Vlak na de vorming van SSC-ICT was Marco, die daarvoor bij het Ministerie van Financiën werkte, betrokken bij de ontwikkeling van de RijksAppStore (RAS). Deze nieuwe store ging in 2014 live en was bedoeld als het centrale distributiepunt voor apps binnen de overheid, met de Rijksadresgids als prominente app. Marco legt uit dat deze ambitie uiteindelijk moest worden bijgesteld: ‘Ik denk dat SSC-ICT destijds heel graag die appstore live wilde krijgen, maar er niet in is geslaagd om de andere partijen mee te krijgen. De verwachte stroom met apps voor deze store bleef gewoon uit. Dat heeft erin geresulteerd dat in 2016 de RAS niet meer de RAS was, maar de SSC-ICT app store is geworden. Op dit moment wordt actief onderzocht of er toch weer een RijksAppStore zou kunnen komen. Daar lijkt de tijd wel rijp voor.’
Eigen rol ontdekken
Op het gebied van apps waren de verschillende ICT-organisaties binnen het Rijk in het beginstadium nog op zoek naar hun rol. Marco zag daar al snel verandering in komen: ‘Op een gegeven moment hebben de organisaties die van oudsher al veel apps bouwden een onderwerp als ontwikkelstandaarden naar zich toegetrokken, en hebben wij onze distributierol verder ingevuld. Die specialisatie maakte de samenwerking ook makkelijker, omdat je een duidelijk beeld hebt van wat je van elkaar kunt verwachten. Wij zorgen voor de distributie van apps, en informeren onze opdrachtgevers proactief over ontwikkelingen bij Apple, Google en BlackBerry, zodat ze hier bij het bouwen en testen rekening mee kunnen houden. Tekenend voor deze samenwerking is dat de Belastingdienst ons gewoon beschouwt als onderdeel van het team appontwikkeling. Zo kijk je over grenzen van organisaties heen.’
Het wiel uitvinden
Door hun rol als appdistributeur hebben Marco en Martin een goed beeld van de werking van de apps die er binnen het Rijk worden gebruikt. Dat inzicht komt goed van pas als er iemand aanklopt met plannen voor een nieuwe app. Zo hoef je niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden, vindt Martin: ‘We hebben onlangs nog twee van onze klanten met elkaar in contact gebracht, omdat ze bezig waren met een app voor precies hetzelfde functionele vraagstuk. Dit zie ik ook wel als onze rol: bemiddelen in functionaliteit, en onderzoeken of apps van specifieke ministeries geschikt zijn als generieke app, die Rijksbreed kan worden ingezet. Het loont dus de moeite om in een vroeg stadium contact met ons op te nemen als je rondloopt met plannen voor een nieuwe app.’
App of website?
Bij de ontwikkeling van nieuwe apps zien Marco en Martin dat steeds meer organisaties overwegen om een mobiele website te ontwikkelen, omdat dit minder specifieke aanpassingen voor verschillende besturingssystemen behoeft. Toch hebben apps nog wel degelijk toekomst, betoogt Martin: ‘Voor veel doeleinden wil je echt gebruik maken van alle mogelijkheden, van alle sensoren die op een toestel zitten. Je wilt misschien foto’s maken, of veilige geluidsopnames. En die bestanden zijn ook belangrijk, want die zijn voor een juridisch proces. Dus het maken van die opnames moet niet ineens halverwege afgebroken worden of allerlei gedoe opleveren. In dat soort situaties kom je echt op een app uit. Wij merken dat een aantal van onze klanten dat supergoed door hebben en daar bewust op sturen. Of als een app gebruikt wordt in een primair proces, en je moet ook op plekken waar geen netwerkverbinding is informatie op kunnen slaan: dan is het niet handig om een responsive website te hebben. Apps zullen echt niet verdwijnen in een paar jaar. Je ziet dat natuurlijk ook in de buitenwereld: de Belastingdienst maakt niet voor niets een Berichtenbox, een DigiD, en er is onlangs een CoronaMelder-app geïntroduceerd. Dat gaat je met een responsive website niet lukken.’
Meerdere winkels
In de loop der jaren zijn er veel nieuwe mogelijkheden op het gebied van appdistributie ontwikkeld, niet in de laatste plaats omdat het veiligheidsaspect steeds belangrijker is geworden. Hoofdrolspelers Apple en Google hebben inmiddels allebei- naast hun publieke appstore - nog een aparte store voor zakelijke apps, die voor een specifieke doelgroep bestemd zijn. SSC-ICT beheert in totaal negen van dit soort 'winkels'. Martin licht toe: ‘Apple heeft een custom store, Google heeft vanaf Android versie 10 ook een managed store, die weer net op een andere manier werkt. Daar komt nog bij dat we onze apps distribueren via drie BlackBerry-omgevingen (BZ, JenV en het zogeheten ‘shared’ verzorgingsgebied) én een apart portaal voor devices die niet bij ons in beheer zijn. Al deze platformen werken allemaal anders en dat maakt het voor ons leuk, boeiend, en spannend, maar niet eenvoudig.’